Lin (32) verliet Myanmar in 2017. Omdat hij tot de vervolgde Rohingya-minderheid behoort, was daar geen toekomst voor hem. ‘Ik mocht niet meer studeren, kon niet werken en het werd door mijn afkomst en politieke activiteiten te gevaarlijk in Myanmar.’
In april 2017 komt hij aan in Nederland en meldt hij zich bij het aanmeldcentrum in Schiphol. Na een jaar wachten wordt zijn aanvraag afgewezen, waarna hij op straat belandt. ‘Ik wist niet waar ik heen moest of kon overnachten, in het begin sliep ik afwisselend op het centraal station en Schiphol,’ vertelt hij. Na een jaar op straat te hebben geleefd, kwam hij er via contacten uit de Myanmarese gemeenschap in Nederland achter dat hij ook in een zogeheten bed-bad-broodopvang (BBB) mocht verblijven.
In de BBB bereidde hij zijn tweede asielaanvraag voor. In 2018 ging hij naar Ter Apel om zijn tweede asielaanvraag in te dienen. Deze werd na drie maanden afgewezen. ‘Ik heb geen idee waarom ze mijn aanvragen afwezen, ik kreeg alleen maar ‘nee’ te horen. Verder werd mij niets verteld.’ Na weer een afwijzing komt Lin weer op straat te staan. Hij verblijft dan afwisselend in de BBB en bij vrienden.
Ondertussen voert Lin campagne tegen het militaire regime in Myanmar dat in februari 2021 een staatsgreep pleegde. Zo is hij betrokken bij de International Campaign for the Rohingya (ICR). Met hen voert hij campagne om de onderdrukking van de Rohingya onder de aandacht van Europese regeringen en het publiek te brengen. Het actievoeren blijft niet zonder gevolgen. Vanwege zijn politieke activiteiten arresteerden de autoriteiten van Myanmar in 2021 zijn moeder. ‘Ik kan niets voor haar doen, dat is erg frustrerend. Bovendien zijn mijn vrouw en zus ook nog steeds in Myanmar, dus ik vrees ook voor hun veiligheid.’
Op een demonstratie ontmoet hij iemand die hem in contact brengt met onze juridisch medewerker en specialist op het gebied van staatloosheid, Robin. Samen bereiden ze zijn derde aanvraag voor. Dat neemt wederom veel tijd in beslag. Lin en ASKV nemen contact op met een groot aantal organisaties, en verzamelen verschillende nieuwe bewijzen. Wat ditmaal de doorslag heeft gegeven, weet Lin niet. Na 15 maanden hoort hij dat hij in Nederland mag blijven. ‘Van de IND kreeg ik weer bijna niets te horen, alleen dat mijn aanvraag nu wel is goedgekeurd, en dat na vijf jaar gedwongen stil te hebben gestaan.’
‘Ik ben blij eindelijk weer verder te kunnen met mijn leven. Ik ben begonnen met mijn inburgeringscursus, volg een online ICT-cursus en sta op de wachtlijst voor een eigen woning. Hopelijk kan ook snel mijn vrouw naar Nederland komen, die heb ik inmiddels al meer dan vijf jaar niet gezien.’