10 mei was een belangrijke dag voor de verblijfsrechtelijke positie van ongedocumenteerde ouders met Nederlandse kinderen. Op die dag heeft het Europees Hof van Justitie uitspraak gedaan in de zaak Chavez Vilchez. In deze zaak gaat het om de situatie waarbij de verzorgende ouder geen verblijfsstatus heeft, en de Nederlandse ouder buiten beeld is.
Het geldende beleid ten aanzien van deze groep was voor deze uitspraak zeer strikt, voortgekomen uit het Ruiz Zambrano arrest. In laatstgenoemde zaak stelde het Hof dat een schending van Europees recht ontstaat wanneer een Europees kind verplicht wordt het Europees grondgebied te verlaten, op het moment dat de verzorgende ouder een verblijfsvergunning wordt geweigerd. Het Europese kind zou de verzorgende ouder moeten volgen naar land van herkomst en dit zou betekenen dat het kind uitgesloten zou zijn van het effectieve genot van het Unieburgerschap.
In de Nederlandse praktijk bleek er slechts in zeer beperkte gevallen toepassing te worden  gegeven aan deze regel omdat het ‘buiten beeld criterium’ werd zeer strikt gehanteerd. Alleen als de Nederlandse ouder volledig uit beeld is, denk bijvoorbeeld aan overlijden of detentie,  kon de onrechtmatig verblijvende ouder in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. In alle andere gevallen was de redenatie dat het kind niet wordt gedwongen het EU grondgebied te verlaten, omdat er immers een ouder in Nederland aanwezig was. Of de Nederlandse ouder feitelijk in staat of gewillig is de opvoeding van het kind op zich te nemen werd niet meegenomen in de overweging.
Nu met de Chavez uitspraak lijkt er een eind te komen aan deze strenge, strikte lijn. Om te beoordelen of een kind verplicht wordt zich te vestigen buiten de EU moeten alle omstandigheden van het geval worden meegewogen. Er moet gekeken worden wie feitelijk de opvoeding van het kind op zich heeft en of de Nederlandse ouder eventueel voor het kind kan en wil zorgen. Ook indien dit laatste wel het geval is moet rekening gehouden worden met de belangen van het kind, zoals de leeftijd, de ontwikkeling, de emotionele afhankelijkheid die het kind heeft van beide ouders en de gevolgen die scheiding van de verzorgende ouder zal hebben.
Dit betekent dat de Nederlandse overheid in het vervolg per geval onderzoek moet doen, in plaats van het af te doen door met de vinger naar de Nederlandse ouder te wijzen. Hoe het arrest precies zal worden toegepast door de Nederlandse overheid is nog niet bekend. Veel zaken zijn in afwachting van de uitspraak aangehouden door de rechter. Een beleidswijziging zou een logisch gevolg zijn, maar laat vooralsnog op zich wachten.
De volledige uitspraak is hier te lezen