Menu
Lobby en campagne, Staatloosheid
28 maart 2023

“Als staatloze heb ik geen gezicht…”

“… en ik besta niet als mens”, dit schreef Mansur vorig jaar. Hij woont bijna twintig jaar in Nederland zonder papieren. En nu is er eindelijk goed nieuws. Mansur is een Rohingya uit Myanmar. De Rohingya zijn een moslimminderheid in Myanmar en omdat het land hen niet als burgers erkent, hebben deze mensen geen toegang tot de nationaliteit of burgerschapsrechten. Zij zijn staatloos, en worden ook wel ‘s werelds meest vervolgde minderheid genoemd. Via de Bengaalse sloppenwijken en kampen vluchten veel Rohingya verder. Verreweg de meesten naar Maleisië of Indonesië, maar een heel klein deel komt in Nederland terecht. Hier belanden zij opnieuw in de problemen. Alleen degenen die kunnen aantonen dat ze uit Myanmar komen, krijgen een verblijfsvergunning. Maar van een deel van de Rohingya wordt de afkomst niet geloofd. Als onderdrukte minderheid hebben ze nooit identiteitspapieren of reisdocumenten van Myanmar gekregen; ook in Bangladesh zijn ze vaak niet geregistreerd. De asielaanvragen van Mansur in Nederland zijn herhaaldelijk afgewezen, omdat zijn identiteit en herkomst niet worden geloofd, onder andere vanwege het gebrek aan documenten.

Afwijzing vanwege taal

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) laat vaak een taalonderzoek verrichten om de afkomst te bepalen. Precies hier wringt het. Het gebied waar Rohingya leven is groot en velen van hen wonen al hun hele leven in het grensgebied van Myanmar en Bangladesh. In de loop der jaren raakten hun eigen taal en spraak vanzelf verweefd met die van Bangladesh. In vaktermen: er is een ‘fluïde taalgebied’, er zijn sterke overeenkomsten tussen de talen aan weerszijden van de grens. Iedere taalkundige zal dit beamen, maar de IND wijst iedere Rohingya die Bengaals of met een Bengaals accent spreekt om die reden af.

ASKV is sinds 2019 betrokken bij de casus van Mansur. Zodra de pilot van de Landelijke Vreemdelingen Voorzieningen start in Amsterdam, een samenwerkingsovereenkomst tussen het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het maatschappelijk middenveld, krijgt hij een begeleidingstraject bij onze organisatie. Hij vertelt hier zijn verhaal. 

“Ik groeide op in Myanmar als enig kind van mijn ouders. Omdat wij Rohingya’s zijn, werd mijn geboorte niet geregistreerd en daardoor weet ik niet hoe oud ik precies ben. Het is heel moeilijk voor Rohingya’s om te werken of studeren in Myanmar, dus ik ben nooit naar school geweest. Toen ik ongeveer elf jaar oud was, viel het leger mijn dorp aan. Dit was de laatste dag dat ik mijn ouders zag, ik weet niet of ze zijn overleden of in de gevangenis zijn beland.

Op de vlucht

Nadat ik een aantal jaar vastgehouden ben, ontsnapte ik met een groep mensen en kwam ik terecht in Bangladesh. Ik woonde en werkte zo’n zeven jaar in Bangladesh. Na een heftige ruzie op mijn werk, naar aanleiding van discriminatie, arresteerde de politie me. Toen ze me dreigden terug te sturen naar Myanmar, vluchtte ik uit Bangladesh en kwam ik aan in Nederland. Ik vroeg in 2004 in Ter Apel asiel aan. Na de afwijzing belandde ik op straat in Nederland. In 2009 kwam ik voor het eerst in vreemdelingenbewaring terecht voor vier maanden. Drie keer kwam ik in totaal in vreemdelingenbewaring terecht. De laatste keer in de gevangenis, in 2018, voelde ik me hetzelfde als toen ik Myanmar moest ontvluchten. Ik voelde me niet veilig, mijn leven was uitzichtloos.

Leven zonder dromen

Ik werk mee aan mijn vertrek maar ik kan nergens heen. De ambassade van Bangladesh en van Myanmar erkennen mij niet, de IND ook niet. Ik voel me door dit alles heel erg slecht. Ik vertrouw niemand meer en ik heb geen idee wat er gaat gebeuren in mijn procedure. In Nederland heb ik mezelf de Nederlandse en Engelse taal en computer programmeren aangeleerd. Maar ik vergeet veel. Ik had dromen en hoop toen ik aankwam in Nederland en dat verdween allemaal. Er lijkt wel alsof er geen oplossing is voor mijn situatie. Maar wat dan? Ik woon al bijna twintig jaar in het land. Waar moet ik heen en wat moet ik doen?”

Identiteit en nationaliteit staan niet vast

Mansur kwam in contact met Marlotte en Robin van het staatloosheidsproject van ASKV. Hij werkt al sinds 2007 aan vertrekpogingen uit Nederland, waaronder met bemiddeling van de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V), maar de ambassades van zowel Bangladesh als Myanmar weigeren reisdocumenten af te geven. Iemand die Rohingya zegt te zijn, maar op basis van taalonderzoek uit Bangladesh lijkt te komen, krijgt het label ‘nationaliteit onbekend’. Zo iemand moet documenten zien te verkrijgen die aantonen dat ze daadwerkelijk Rohingya zijn en uit Myanmar komen. Maar beide landen weigeren categorisch en beleidsmatig om deze mensen überhaupt te erkennen, laat staan van documenten te voorzien of terug te nemen.

Een lange adem…

Ze zijn staatloos, maar met de status ‘nationaliteit onbekend’. Zonder documenten waarmee Mansur kan aantonen wie hij is, wordt zijn staatloosheid niet erkend. Omdat zijn identiteit en nationaliteit niet vaststaan komt hij ook niet in aanmerking voor een buitenschuldvergunning. Omdat de bemiddeling door de DT&V op niets uitliep, dient Mansur in 2022, in samenspraak met de IND, Van Dijk Advocaten en ASKV, een herhaald asielverzoek in. Hij heeft nu eindelijk, na bijna 20 jaar, een vergunning.

Fotocredit: Catharina Gerritsen

Deel deze pagina